Promotie | Irma van Houts (informatiespecialist HAN Studiecentra)
‘Een promotie is eigenlijk een soort bruiloft’
Wichor Bramer van het Erasmus MC vertelt hoe het is om te promoveren, wat hij ervoor moest laten en wat het hem heeft opgeleverd. Eind vorig jaar verdedigde hij zijn proefschrift Wetenschappelijk bewijs verzamelen en ondersteunen, optimalisatie van zoekacties in systematic reviews. Hoe nu verder? ‘Eigenlijk hebben we onze methode nog niet helemaal tot in de puntjes onderzocht.’
Wat was voor jou de aanleiding om te promoveren?
‘In 2013 verscheen er een controversieel artikel dat beweerde dat een zoekactie in Google Scholar voldoende zou kunnen zijn voor systematic review searches.(1) Immers, alle geïncludeerde artikelen van 29 onderzochte reviews, waren opgenomen in Google Scholar. Ik raakte daar midden in de nacht op Twitter over in discussie. Met een Amerikaanse en een Canadese bibliothecaris vatten we het plan op om een tegenonderzoek te starten; we wilden deze uitslag ontkrachten.’
‘Tijdens dat onderzoek kreeg ik ideeën voor een nieuw onderzoek. Ik werkte inmiddels regelmatig tot twee uur ‘s nachts en zei tegen mijn vrouw dat het wel op promoveren leek. “Misschien komt het er nog wel eens van,” grapte ik. Uiteindelijk werd ik getriggerd om de stap ook echt te zetten toen ik op Twitter las dat een bekende uit de bibliotheekwereld begonnen was aan een promotietraject. “Dat wil ik ook,” dacht ik. Eind 2015 heb ik contact gezocht met mijn promotoren Oscar Franco en Jos Kleijnen en me als promovendus ingeschreven bij de Erasmus Universiteit.’
Wat is je onderwerp?
‘Mijn proefschrift gaat met name over mijn eigen werkzaamheden. Bij de Medische Bibliotheek van het Erasmus MC doen we veel literatuuronderzoek voor systematic reviews, een type literatuuronderzoek waarbij literatuur systematisch gezocht en beoordeeld wordt. Door een slimme structuur kunnen we zoekacties tien keer sneller opstellen. Met een aantal optimalisatieregels kunnen we controleren of we relevante zoektermen hebben gemist, en met macro’s kan de zoekactie worden vertaald naar andere databases. Wat we wilden onderzoeken is of de kwaliteit daar niet onder lijdt. Het bleek dat onze zoekacties juist meer relevante referenties vonden dan vergelijkbare reviews. Het proefschrift is verder vooral heel praktisch van opzet: hoe bouw je een zoekactie op, hoe ontdubbel je de resultaten in EndNote, welke databases moet je gebruiken, et cetera.’
Hoe heb je je voorbereid op de verdediging van je proefschrift?
‘Mijn promotiecommissie bestond uit een gevarieerde groep hoogleraren, ook omdat er weinig onderzoek wordt gedaan naar zoekmethodiek. Van tevoren probeerde ik aanknopingspunten te vinden in recente publicaties van de opponenten. Een onderwerp waarover ik niet veel wist, maar waarover ik vragen verwachtte, was “bias”, de kans dat resultaten worden veroorzaakt door een systematische fout. Mijn eerste promotor Oscar Franco nam mij de dag voor mijn verdediging flink onder vuur en begon daar ook over door te vragen. Daardoor wist ik dat ik daar nog aan moest werken. Ik ging de avond tevoren nog in mijn proefschrift op zoek naar voorbeelden van “confounding”, “selectiebias” en “informatiebias”. Er kwam uiteindelijk een vraag over – en die kon ik goed beantwoorden.’
Je had ook hulp van een coach?
‘Ja, een coach heeft met mij een aantal technieken uit het improvisatietheater doorgenomen. Ook heeft zij vanuit de hoek van scientific storytelling naar mijn lekenpraatje gekeken. Verder heb ik uit de mediatraining de ABC-methode gebruikt: Acknowledge, Bridge and Contribute. Je geeft de vraagsteller gelijk, en maakt vervolgens een bruggetje naar wat je eigenlijk zelf wil zeggen. Daardoor kun je eigenlijk iedere vraag meteen naar je toe trekken. Ik had daarvoor een aantal standaardzinnen op een aantal spiekbriefjes genoteerd, maar die heb ik uiteindelijk helemaal niet gebruikt. Dat ging op het VWO ook al zo, als je je spiekbriefje klaar had, kende je de stof.’
Hoe heb je de dag zelf ervaren?
‘Ik heb erg van de dag genoten. De verdediging verliep heel lekker, en ik vond het jammer dat het was afgelopen. Een promotie is eigenlijk een soort bruiloft, maar dan in je eentje – hoewel mijn vrouw als paranimf naast me stond [lacht].’
Waar zou je nog meer onderzoek naar willen doen?
‘Eigenlijk hebben we onze methode nog niet helemaal tot in de puntjes onderzocht. We hebben gepubliceerde reviews die op onze zoekacties gebaseerd zijn vergeleken met reviews die dat niet zijn. Liefst zou ik de methode echt direct vergelijken door met twee of drie informatiespecialisten tegelijk hetzelfde onderwerp aan te pakken en dan te kijken of met onze methode relevante artikelen worden gevonden die anderen gemist hadden of juist andersom.’
‘Ook wil ik graag onderzoeken in hoeverre en op welke manier de methode het best kan worden overgedragen. We geven nu cursussen in de methode, maar het liefst zou ik een “train de trainer”-programma opzetten waarbij we mensen opleiden die dan weer anderen kunnen opleiden. Mijn proefschrift is dan ook volledig open access gepubliceerd, met een Creative Commons-licentie.(2) Als mensen op basis van mijn proefschrift online tutorials willen maken, dan mag dat zonder mijn voorafgaande toestemming, zolang ze aan bronvermelding doen.’
Wat raad je iemand aan die overweegt om te promoveren?
‘Als je overweegt om als buitenpromovendus (iemand die niet in dienst is van een universiteit) een promotietraject in te gaan, zou ik alvast beginnen met het schrijven van wetenschappelijke artikelen. Daar heb je geen hoogleraar bij nodig. Als het doen van onderzoek en het schrijven van artikelen je bevallen, kun je overwegen een promotietraject in te gaan. Op dat moment kun je die artikelen alsnog gebruiken in je proefschrift. Je moet het niet doen voor het geld, het kost toch meer dan het oplevert. Het gaat om het prestige en een stukje erkenning.’
Geplaatst op: 20 februari 2020 door Elin Sputnesset
IP 1/2020: Promotie Wichor Bramer
Promotie | Irma van Houts (informatiespecialist HAN Studiecentra)
‘Een promotie is eigenlijk een soort bruiloft’
Wichor Bramer van het Erasmus MC vertelt hoe het is om te promoveren, wat hij ervoor moest laten en wat het hem heeft opgeleverd. Eind vorig jaar verdedigde hij zijn proefschrift Wetenschappelijk bewijs verzamelen en ondersteunen, optimalisatie van zoekacties in systematic reviews. Hoe nu verder? ‘Eigenlijk hebben we onze methode nog niet helemaal tot in de puntjes onderzocht.’
Wat was voor jou de aanleiding om te promoveren?
‘In 2013 verscheen er een controversieel artikel dat beweerde dat een zoekactie in Google Scholar voldoende zou kunnen zijn voor systematic review searches.(1) Immers, alle geïncludeerde artikelen van 29 onderzochte reviews, waren opgenomen in Google Scholar. Ik raakte daar midden in de nacht op Twitter over in discussie. Met een Amerikaanse en een Canadese bibliothecaris vatten we het plan op om een tegenonderzoek te starten; we wilden deze uitslag ontkrachten.’
‘Tijdens dat onderzoek kreeg ik ideeën voor een nieuw onderzoek. Ik werkte inmiddels regelmatig tot twee uur ‘s nachts en zei tegen mijn vrouw dat het wel op promoveren leek. “Misschien komt het er nog wel eens van,” grapte ik. Uiteindelijk werd ik getriggerd om de stap ook echt te zetten toen ik op Twitter las dat een bekende uit de bibliotheekwereld begonnen was aan een promotietraject. “Dat wil ik ook,” dacht ik. Eind 2015 heb ik contact gezocht met mijn promotoren Oscar Franco en Jos Kleijnen en me als promovendus ingeschreven bij de Erasmus Universiteit.’
Wat is je onderwerp?
‘Mijn proefschrift gaat met name over mijn eigen werkzaamheden. Bij de Medische Bibliotheek van het Erasmus MC doen we veel literatuuronderzoek voor systematic reviews, een type literatuuronderzoek waarbij literatuur systematisch gezocht en beoordeeld wordt. Door een slimme structuur kunnen we zoekacties tien keer sneller opstellen. Met een aantal optimalisatieregels kunnen we controleren of we relevante zoektermen hebben gemist, en met macro’s kan de zoekactie worden vertaald naar andere databases. Wat we wilden onderzoeken is of de kwaliteit daar niet onder lijdt. Het bleek dat onze zoekacties juist meer relevante referenties vonden dan vergelijkbare reviews. Het proefschrift is verder vooral heel praktisch van opzet: hoe bouw je een zoekactie op, hoe ontdubbel je de resultaten in EndNote, welke databases moet je gebruiken, et cetera.’
Hoe heb je je voorbereid op de verdediging van je proefschrift?
‘Mijn promotiecommissie bestond uit een gevarieerde groep hoogleraren, ook omdat er weinig onderzoek wordt gedaan naar zoekmethodiek. Van tevoren probeerde ik aanknopingspunten te vinden in recente publicaties van de opponenten. Een onderwerp waarover ik niet veel wist, maar waarover ik vragen verwachtte, was “bias”, de kans dat resultaten worden veroorzaakt door een systematische fout. Mijn eerste promotor Oscar Franco nam mij de dag voor mijn verdediging flink onder vuur en begon daar ook over door te vragen. Daardoor wist ik dat ik daar nog aan moest werken. Ik ging de avond tevoren nog in mijn proefschrift op zoek naar voorbeelden van “confounding”, “selectiebias” en “informatiebias”. Er kwam uiteindelijk een vraag over – en die kon ik goed beantwoorden.’
Je had ook hulp van een coach?
‘Ja, een coach heeft met mij een aantal technieken uit het improvisatietheater doorgenomen. Ook heeft zij vanuit de hoek van scientific storytelling naar mijn lekenpraatje gekeken. Verder heb ik uit de mediatraining de ABC-methode gebruikt: Acknowledge, Bridge and Contribute. Je geeft de vraagsteller gelijk, en maakt vervolgens een bruggetje naar wat je eigenlijk zelf wil zeggen. Daardoor kun je eigenlijk iedere vraag meteen naar je toe trekken. Ik had daarvoor een aantal standaardzinnen op een aantal spiekbriefjes genoteerd, maar die heb ik uiteindelijk helemaal niet gebruikt. Dat ging op het VWO ook al zo, als je je spiekbriefje klaar had, kende je de stof.’
Hoe heb je de dag zelf ervaren?
‘Ik heb erg van de dag genoten. De verdediging verliep heel lekker, en ik vond het jammer dat het was afgelopen. Een promotie is eigenlijk een soort bruiloft, maar dan in je eentje – hoewel mijn vrouw als paranimf naast me stond [lacht].’
Waar zou je nog meer onderzoek naar willen doen?
‘Eigenlijk hebben we onze methode nog niet helemaal tot in de puntjes onderzocht. We hebben gepubliceerde reviews die op onze zoekacties gebaseerd zijn vergeleken met reviews die dat niet zijn. Liefst zou ik de methode echt direct vergelijken door met twee of drie informatiespecialisten tegelijk hetzelfde onderwerp aan te pakken en dan te kijken of met onze methode relevante artikelen worden gevonden die anderen gemist hadden of juist andersom.’
‘Ook wil ik graag onderzoeken in hoeverre en op welke manier de methode het best kan worden overgedragen. We geven nu cursussen in de methode, maar het liefst zou ik een “train de trainer”-programma opzetten waarbij we mensen opleiden die dan weer anderen kunnen opleiden. Mijn proefschrift is dan ook volledig open access gepubliceerd, met een Creative Commons-licentie.(2) Als mensen op basis van mijn proefschrift online tutorials willen maken, dan mag dat zonder mijn voorafgaande toestemming, zolang ze aan bronvermelding doen.’
Wat raad je iemand aan die overweegt om te promoveren?
‘Als je overweegt om als buitenpromovendus (iemand die niet in dienst is van een universiteit) een promotietraject in te gaan, zou ik alvast beginnen met het schrijven van wetenschappelijke artikelen. Daar heb je geen hoogleraar bij nodig. Als het doen van onderzoek en het schrijven van artikelen je bevallen, kun je overwegen een promotietraject in te gaan. Op dat moment kun je die artikelen alsnog gebruiken in je proefschrift. Je moet het niet doen voor het geld, het kost toch meer dan het oplevert. Het gaat om het prestige en een stukje erkenning.’
Categorie: BMI, BMI-publicaties, Nieuws
BMI nieuws